Dagboek van een Avonturier

Op zoek naar het goud van de Yukon

´Je bent niet voor niets een avonturier.´

Dat antwoord kreeg ik deze week in mijn mailbox wanneer ik een van mijn klanten van mijn copywriting diensten vertelde dat ik de komende twee maanden niet beschikbaar zou zijn voor opdrachten.

Als ik mensen vertel dat ik twee maanden de wildernis intrek en moeilijk bereikbaar zal zijn, kijken ze er niet meer van op. ´Daar gaat hij weer.´ Nee, wie me kent weet dat ik soms niet – nooit – aan de lokroep van avontuur kan weerstaan. Adventure is calling and I must go, weet je wel.

Ditmaal kwam de lokroep uit de pure wildernis van Alaska en de Yukon. Of het nu dezelfde goudkoorts is waar mensen in dat gebied honderd jaar geleden last van hadden, het smachten naar de back-to basics ervaring gecombineerd met wat uitdaging of de roep van een hongerige grizzly die net uit zijn winterslaap is gekomen en wel zin heeft in een stukje vers vlees.

Wat het ook mag zijn, het resulteerde in het boeken van een ticket naar Alaska en het uitstippelen van een heuse tocht door fjorden, bergpassen en wilde rivieren. Een tocht van meer 1000 kilometer, en dat met vrijwel geen vervoersmiddel. Als we onze packraft en benenwagen niet meetellen tenminste.

Kortom er staat weer een groots avontuur voor de deur.

Wil je het avontuur volgen vanop een veilige afstand (lees: luie zetel), dan kan je ons volgens via deze link: https://share.garmin.com/Dagboekvaneenavonturier

Een duik in de cenotes van de Yucatan, Mexico

Als avonturier heb ik woestijnen en jungles doorkruist, ´s werelds hoogste bergen beklommen en door poolgebieden gekajakt. Enkel de oceanen bleven een grote onbekende voor me. Leren duiken en mijn PADI halen stond dan ook al jarenlang op mijn verlanglijstje. En even lang heb ik het leren duiken vermeden. Steek het maar op een half jeugdtrauma dat ik heb opgelopen waarbij ik bijna was verdronken. Dat doe ik zelf ook.

Om diezelfde reden ben ik al die jaren niet naar Mexico gereisd. Zolang ik mijn PADI niet had, wou ik niet naar dit prachtige land in Centraal-Amerika. In de Yucatan had ik immers iets wat erg hoog op mijn bucket list stond: duiken in de cenotes.

Nu had ik mijn vliegticket naar Mexico alsnog geboekt en dus zat er maar één iets op: mijn PADI halen en een van mijn grootste dromen realiseren.

Mijn PADI Open Water Diver behalen

Eerlijk is eerlijk. In het verleden heb ik al meermaals de kans gehad om te leren duiken. Zo had ik in 2017 in Belize zelfs een duikcursus geboekt om deze ter plekke maar terug te annuleren omdat de het eiland San Pedro me niet leuk leek om drie dagen te verblijven. Ook op de Bocas del Toro eilanden in Panama mocht ik een gratis duikinitiatie volgen waar ik uiteindelijk niet op ben afgekomen. Hoewel leren duiken iets was wat ik echt graag wou doen, zat de schrik er in. De schrik om te beseffen dat het niet in mijn capaciteiten zou liggen vanwege een onderliggende watervrees.

Vorig jaar reisde ik met een vriendin door Griekenland. Daar was één voorwaarde aan verbonden: we moesten samen een duikinitiatie doen. Daar ontdekte ik dat de PADI behalen misschien toch zou lukken. En dan kwam Mexico op mijn pad…

Nu zat er niets anders meer op wou ik in de cenotes kunnen duiken. Toegegeven, de stap zetten om de cursus effectief te boeken was groot. Gelukkig had mijn reisgenoot een voorliefde voor duiken en was ze op de hoogte van mijn probleem. Ze boekte de PADI Open Water Diver´s cursus dan maar voor me. Met als hoogtepunt op dag vier twee duiken in de mooiste cenotes van de Yucatan. Als dat geen motivatie zou zijn.

Maar makkelijk zou het niet worden. Tijdens de zwembadsessie werd mijn vrees even realiteit. Heel even stond ik op het moment om het op te geven en mijn droom om te leren duiken op te bergen. Gelukkig zou ik de eerste dag nog met een beetje vertrouwen afsluiten. De tweede dag was gelukkig al een heel stuk beter. Caro, mijn duikinstructrice nam me mee naar een open cenote waar de omstandigheden erg gunstig waren.

´Vandaag gaan we gewoon wat duiken en plezier maken.´, zei ze.

Geen ongemakkelijke oefeningen onder water dus waarbij het water je neus inloopt. Uiteindelijk zou ik op het eind van de dag alsnog enkele van de oefeningen proberen en onder de knie krijgen. Mijn laatste dag van de PADI cursus was een oceaanduik tot 14 meter diep. Deze keer niet met mijn duikinstructrice, maar met haar man die ons de volgende dag naar de cenotes zou meenemen. Tenminste als ik vandaag slaagde voor de test.

Mijn derde dag van de PADI cursus bleek meer een test te zijn of ik mee mocht tijdens de meer technische cenoteduiken, dan of ik al dan niet mijn PADI-brevet zou krijgen. Ik kon mijn geluk niet op als ik groen licht kreeg voor beide. Alleen of cenote El Pit iets voor mij zou zijn twijfelde hij nog. Deze laatste was immers een erg moeilijke duik tot 30 meter voor gevorderde duikers met een Advanced-brevet. Ik kon er mee leven.

Duiken in Cenote Dos Ojos

Dat mijn eerste cenoteduik meteen de dag na mijn PADI moest volgen was geen toeval. Mijn reisgenoot was jarig en wou op een speciale manier haar verjaardag vieren in Mexico. Duiken in een cenote viel daaronder. Dat ik net drie dagen ervoor tijd had om mijn PADI te halen en mee te gaan, kwam gewoon perfect uit en gaf me de nodige motivatie om mijn PADI te halen. Ondanks mijn onzekere start tijdens de cursus voelde me ik nu wel comfortabel genoeg om te duiken in cenote Dos Ojos, wat eigenlijk al een grotduik is.

Cruciaal was het optimaal houden van je drijfvermogen gezien er op sommige plaatsen een plafond met stalactieten was. Met z´n vieren sprongen we met volle duikuitrusting in het water. De duikinstructeur zou voorop gaan gevolgd door ikzelf en dan mijn reisgenoot. Met de zaklamp in de hand volg ik hem en het gespannen touw dat ons door de grot leidt. De beleving en het spektakel van alle stalagmieten en stalactieten belicht door een beetje lichtinval overtreft al mijn verwachtingen. Als het koude water je geen kippenvel geeft, dan dit zeker wel.

Een hoogtepunt op 24 meter diepte

Voor Ramada, mijn reisgenoot stond er nog een tweede cenoteduik op het programma: El Pit. Verrassend genoeg vertelde Gustavo me dat ik ook mee kon als ik wou. Al hadden de acht duikflessen die ik vanmorgen in de truck inlaadde het al enigszins verraden. Hij had er vertrouwen in dat ik de duik tot een goed einde zou brengen en zou me begeleiden waar nodig. En mocht ik toch vroeger naar boven moeten, dan zou zijn partner me naar boven begeleiden zodat hij met mijn reisgenoot verder kon.

Cenote El Pit biedt een heel andere ervaring dan Dos Ojos. Hier gaat de verkenning immers niet horizontaal, maar verticaal. Het enige wat we dus doen tijdens de duik is afdalen. Zo diep als we maar geraken. Onze duikuitrusting wordt deze keer naar beneden gehesen in het water waar we ons klaarmaken. Vervolgens is het opnieuw zaklamp aan en afdalen maar. Ons viertal verliest elkaar niet uit het oog naarmate het steeds maar donkerder wordt. Ik check mijn duikcomputer. Deze geeft 14 meter aan, de diepte die ik gisteren nog bereikte. Alleen gaan we nu nog dieper.

Op een gegeven moment wordt het water troebel. Het is de halocline, de scheidingslijn waar zoet en zout met elkaar vermengen. Uiteindelijk breken we ook die grens door en bereiken we een diepte van 24 meter! Helaas geeft mijn manometer aan dat ik op 2000 psi zit. Het teken om terug naar boven te gaan. Ik werp al een eerste blik naar omhoog en zie het zonlicht door de opening van de cenote het water bereiken. Een ongelooflijk lichtspektakel. Het stijgen duurt ongeveer even lang als het afdalen, zeker met de verplichte veiligheidsstop. Maar eens ik mijn hoofd boven het wateroppervlak steek is de surreële ervaring die ik net heb beleefd moeilijk te bevatten. Er gaat maar één iets in mijn gedachten. Deze duik wordt moeilijk nog te overtreffen.

Met de tuktuk door Sri Lanka

´Rock it like a baby.´, zegt Ruwan met een sterk lokaal accent.
Hij pakt de tuktuk vast en schudt deze even. Enkele seconden later start de motor met een licht ronkend geluid.
´Zie je wel´, zegt hij met een brede glimlach.
De eerste vier tuktuks vertrekken van de parking van het hotel en rijden de eerstvolgende straat linksaf waardoor ze meteen uit het zicht verdwijnen. Op het scherm van mijn smartphone zie ik ze via de trackfunctie echter wel nog. Als alles maar goed verloopt, denk ik nog vooraleer ik zelf achterin de laatste tuktuk stap.

Met de tuktuks doorheen de theevelden

De komende weken trekken we met onze groep doorheen het zuidelijke gedeelte van Sri Lanka. En dat met het lokale transportmiddel: de tuktuk. Iedereen is er in geslaagd de rijles met succes te voltooien en zo zijn lokale rijbewijs te behalen. Al hebben sommigen toch nog wat rijuren nodig om het rijden met de tuktuk volledig onder de knie te krijgen. Schakelen met het handvat, de perfecte balans vinden tussen gas geven en de koppeling loslaten, en niet in het minst: het starten van de tuktuk. Dat was deze ochtend bij sommigen nog een probleem geweest. De voertuigen hebben dan ook vaak hun eigen wil.

Tijdens onze rondreis rijden we met de tuktuks door het bergachtige binnenland en langs de zuidelijke kustlijn van Sri Lanka, een route vol hoogtepunten. Iedereen is ondertussen op volle koers en ik besluit om een lijstje met uitdagingen door te sturen. Kleine opdrachten die ervoor zorgen dat ze Sri Lanka op een andere manier leren kennen. Een lift geven aan een local, iets kopen van de broodtuktuk, een selfie nemen met een lachende politieagent… het zorgt ervoor dat het competitieve in iedereen al snel naar boven komt.

Tukking it to the next level

We steken de blauwe tuktuk van onze groep voorbij. Ze waren bezig met het helpen van een vrouwtje die thee aan het plukken is. Zelf hebben we deze opdracht al voltooid en zijn we vol op zoek naar een cricketveld waar ze aan het spelen zijn om onze techniek uit te testen. En als het even kan, onderweg een olifant te spotten. Dat laatste hebben we nog geen geluk in, maar uiteindelijk vinden we wel een plaats waar ze aan een cricketwedstrijd bezig zijn. Een half uur later krijgen we de uitnodiging om deel uit te maken van het team. We passen, want we hebben vandaag nog heel wat kilometers op de planning staan.

The winner tuk´s it all!

Rijden met de tuktuk is vaak, zo niet altijd, een avontuur. Vervelen doet het dus nooit. Ook niet wanneer je een lekke band hebt, of je remmen het even niet doen. En al zeker niet wanneer je met je tuktuk een stevige helling bergop moet terwijl een bus in een bocht aan een inhaalmanoeuvre bezig is. En het rijden met de tuktuk wordt helemaal spannend wanneer er achterin geschreeuwd wordt ´Daar!´, gevolgd door bruusk remmen en een scherpe u-bocht. Gelukkig wordt de tuktuk veilig langs de berm geparkeerd en volg ik mijn tuktukgenoten op de voet door de bosjes langs de weg. Ik kijk tussen twee laaghangende takken door en zie een grijze massa tussen al het groen. Een olifant rustig drinkend uit een nabijgelegen plas water. Olifant spotten. Check!

Life in Everest BC

Honderden tenten verspreid over een groot oneffen rotsvlakte op de rand van de Khumbu gletsjer. Dat is wellicht de beste beschrijving die ik kan geven als iemand me vraagt hoe Everest Basecamp er uitziet? Inmiddels zit ik twee dagen in het basiskamp en is het afwachten tot de volgende fase van de expeditie begint: de acclimatisatie. Ons tentenkamp is gericht meteen op de grootste uitdaging van het vervolg, de Khumbu gletsjer. Over een kleine week trekken we als groep door dit labyrinth van ijs richting kamp I. Een intimerend vooruitzicht. Niet in het minst omdat sinds mijn verblijf ik al talloze keren grote brokken ijs heb horen afbreken. Vooral ´s nachts ben ik een paar keer wakker geworden van een krakend geluid, gevolgd door een bulderend kabaal. Het wordt zelden besproken in de groep, maar het gevoel is bij iedereen hetzelfde. Een gevoel van angst bij het vooruitzicht dat we hier binnenkort ons door moeten navigeren. Niet alleen moeilijk terrein omdat er op een aantal plaatsen ladders zijn geplaatst over de grote gletsjerspleten, maar vooral omwille van het steeds aanwezige gevaar dat er ijs breekt op de plaats waar je als klimmer net bevindt. Het zou meteen ook je graf worden.

Ice fall training

Om ons voor te bereiden op de passage doorheen de Khumbu gletsjer krijgen we een voormiddag ice fall training. Volledig uitgerust met ons klimmateriaal wandelen we richting een uitloper van de gletsjer waar de sherpa´s enkele klimtouwen hebben bevestigd op een steile ijswand. Ik leg mijn rugzak tegen een nabijgelegen rots en begin mijn stijgijzers aan te trekken. Vijf minuten later beginnen de eerste klimmers al aan de beklimming van de twaalf meter hoge ijswand. Voor velen, inclusief voor mij, is het de eerste keer om te ijsklimmen. En al zeker met het gebruik van een stijgklem. Met dit toestelletje klimmen we de komende weken naar de top en blijven we veilig verbonden met de fixed ropes die over de hele berg liggen. Maar hier, bij deze loodrechte wand is het gebruik van de stijgklem loodzwaar. Met de metalen punt van je stijgijzers aan je voeten pin je je immers vast in het het ijs, terwijl je vervolgens jezelf omhoog hijst met behulp van de stijgklem langs het touw. Intensief voor de armen is het zeker.

Nadat bijna iedereen een eerste keer heeft geklommen is het mijn beurt. Het voelt in het begin nog wat onwennig aan, maar vrij snel heb ik de handeling onder de knie. Ook het abseilen langs het ijs gaat vlot. Op het einde van het door sherpa aangelegde parcours is een ladder over een kleine kloof gelegd. Als nabootsing van de ladders die over de gletsjerspleten liggen. Ondanks de uitleg van hoe je dit het beste aanpakt, gaat het bij mij bijna mis. Ik verlies mijn evenwicht en was het niet van de sherpa die bij me stond, dan viel ik helemaal van de ladder. ´Te snel.´, gaat door mijn gedachten. ´Ik wou het te snel doen´.

Ik voel niet veel behoefte om nog een tweede ronde te gaan. Alleen het gedeelte met de ladder wil ik graag opnieuw proberen. Al was het maar als morele boost om zeker te zijn dat ik het wel kan als ik meer gefocusd ben.

´Wie een grote uitdaging wil, kan langs deze kant eens naar boven klimmen.´, vertelt Dan en hij wijst naar een hoger en volledig loodrecht gedeelte van de gletsjer.

De Amerikanen geven zich meteen als vrijwilliger op en wagen zich aan het uitdagende stuk. Met vol enthousiasme overwinnen ze de eerste meters maar op een drietal meters van de top begint de vermoeidheid door te wegen. Met heel wat moeite duwen ze hun stijgklem telkens enkele centimeters naar boven. Uiteindelijk bereiken ze beide de top.

´Ik zou het ook graag willen proberen.´, fluistert Hong me toe.

´Wat houdt je tegen?´, vraag ik haar.

´Ik wil het niet alleen doen.´, zegt ze.

´Wel, als jij het doet, doe ik wel mee.´, zeg ik, mijn eigen vooropgesteld idee om wat krachten te sparen helemaal negerend.

Zo gezegd, zo gedaan en een tiental minuten later hangen we beiden aan het touw. Vrij vlot geraak ik tot halfweg de muur, maar mijn snelheid van klimmen haalt me al snel in. Uitgeput hang ik bengelend aan het touw mijn armen schuddend om de vermoeidheid weg te krijgen. Een dorstig gevoel overmant me. Ik bedenk me net dat ik nog maar amper iets heb gedronken. Ook de felle zon die nog eens weerkaatst op het ijs speelt me parten. Ik weiger op te geven en met veel moeite hijs ik me nog wat hoger. Bij ieder stuk dat ik me hoger hijs moet ik even bekomen. Maar uiteindelijk bereik ik helemaal buiten adem de top waar ik me over de ijsrand leg, wachtend op mijn beurt om af te dalen. Eerst is Hong aan de beurt, maar met haar lange haren heeft ze heel wat moeite om te abseilen. Het kost me heel wat moeite om op adem te komen. Uiteindelijk is het mijn beurt om te abseilen. Mijn voeten terug op begane grond betekenen ineens het einde van onze icefall training. Uitgeput besluit ik wat te rusten in mijn tent.

Als ik op mijn uurwerk kijk lijk ik in slaap te zijn gevallen. Het is inmiddels bijna zes uur. Een suf gevoel overmant me. Ik voel me nog steeds vermoeid en mijn hartslag lijkt een stuk hoger dan normaal. Zelfs voor deze hoogte. Ik hoor de keukensherpa luid op de potten kloppen. Het signaal dat het tijd is om te gaan eten. Tijd voor mij dus om mijn eten te gaan klaarmaken. Maar de motivatie ontbreek me. Ik voel me niet goed genoeg om uit mijn tent te kruipen en te gaan koken. Ik draai me om en rust nog wat.

´Als ik me morgen zo voel, dan kan ik niet mee met de acclimatisatiewandeling naar Pomori BC.´, denk ik nog.

Die nacht zou mijn toestand er niet op verbeteren. Laat op de avond brengt David , een van de expeditieleiders me nog iets te eten. Het was hem opgevallen dat ik niet in de dinertent aanwezig was. Ik leg hem de situatie uit. Hij besluit zijn saturatiemeter boven te halen. In het geval mocht het hoogteziekte zijn, al betwijfelde ik die stelling. De meter geeft 73% aan. Erg laag, maar niet ongewoon op deze hoogte. Wat meer verontrustend is, is mijn hartslag die 130 aangeeft. In rust!

Pomori BC

De volgende ochtend verliep het scenario zoals ik had verwacht. Ik moet verstek geven voor de acclimatisatieklim naar Pomori BC en zie de groep vertrekken. Morgen zou ik een tweede kans krijgen, terwijl de rest van de groep een rustdag heeft. Ondertussen raadt Dan me aan om met hem naar de Base Camp dokter te gaan. Die weet me te vertellen dat het geen hoogteziekte is, maar misschien een vorm van de Khumbu cough en een zonneslag.

De volgende morgen voel ik me nog niet helemaal fit, maar wil ik morgen met de groep naar Camp I kunnen klimmen, dan zit er maar één iets op. Dan vertelde me dat ik niet naar Camp I mag zonder Pomori BC te hebben bereikt. Een groepje van ons team staat buiten aan de dinertent te wachten om te vertrekken. Ook de Basecamp dokter gaat met ons mee, op uitnodiging van Dan. Ook Hong die gisteren wat last had van maagklachten en Michael die een paar dagen geleden nog een lichte vorm van hoogteziekte had gaan mee. Enkele sherpa´s begeleiden ons en ook een van de Amerikanen gaat met een walkie-talkie mee.

We zijn nog maar net vertrokken of ik voel me meteen buiten adem en hoest zwaar . Aan een stevig tempo wandelen we door het met rotsblokken bezaaide kamp. Als we op de rand van het Basecamp zijn en we moeten beginnen aan de effectieve beklimming naar Pomori BC ben ik al buiten adem. Hopend op beterschap, ga ik verder en volg ik de voetstappen van de Amerikaan van ons team. Ik hou het nog een 40-tal minuten vol, maar helaas.

´Jason, het lukt niet. Ik denk dat ik beter terugkeer.´, begin ik met een teleurgestelde toon. ´ Ik heb nog te veel last van mijn hoest.

´Vind je de weg alleen terug?´, vraagt hij.

Ik knik. Ontgoocheld keer ik met langzame stappen terug naar Basecamp. Als deze anders eenvoudige beklimming me nu moeilijkheden bezorgt, dan wordt de expeditie tot een succesvol einde brengen wel erg zwaar.

Into thin, cold and dry air – my expedition on Lhotse

Een gevoel van ongeloof overmand me als ik uit het vliegtuig in Kathmandu stap. Jarenlang heb ik er van gedroomd, maar nu is het een realiteit. Ik neem in Nepal deel aan een expeditie voor de beklimming van een achtduizender, de Lhotse. Het surreële geloof wordt nog groter als we in het hotel worden begroet door expeditieleider Dan Mazur.

Toch valt een stukje stress meteen van me af als ik na enkele uren al mijn voedselpakketten mag ophalen bij de douane. Zo had ik besloten een deel van mijn expeditie zelf te plannen, waaronder alle expeditiemaaltijden die ik een tweetal weken eerder had opgestuurd. De komende dagen zou ik rustig kunnen doorbrengen in Kathmandu met enkele van mijn expeditiegenoten die nog enkele last minute aankopen doen bij de vele shops met expeditie gear.

On my way to Everest Base Camp

Flight to Lukla

In steden heb ik het snel gehad. Ik was dan ook maar wat blij als we op 9 april richting de luchthaven trokken voor onze vlucht naar Lukla. Althans dat hoopten we, want een garantie is er nooit. We hadden flexibele tickets op zak wat betekende dat we pas konden vliegen als er ergens plaats was. Helaas beloofde het scherm in de luchthaven niet veel goeds. Tal van vluchten hadden last van vertraging of waren gecanceld. Pas na een drietal uur zaten we op de bus op de tarmac. Maar helaas, na nog eens een uur wachten keerde die terug richting het luchthavengebouw. Dat terwijl de helft van onze groep al op een vliegtuig zat. Het zag er niet goed uit… Uiteindelijk zouden we na acht uur te hebben gewacht in de terminal de shuttlebus terugnemen naar het hotel.

Voor de volgende dag hadden we maar weinig meer hoop om een vlucht te halen. Niet alleen omdat de weersvoorspelling bijster slecht was, maar ook omdat alle reizigers die hun vlucht vandaag geannuleerd zagen voorrang hadden op ons. Plan B dus. Na een groepsoverleg werd beslist om morgen met een busje naar Ramechap te rijden waar een kleinere luchthaven is. Daar zouden op maandag ook vluchten richting Lukla vertrekken werd ons beloofd. Het nadeel? Een minstens zes uur durende rit op slechte wegen. Maar dat is enkel meer avontuur toch?

Van die mening zou ik terugkomen als een misselijk gevoel me begint te overmeesteren. ´Gelukkig´ heeft Mark hetzelfde probleem en stoppen we bij het eerstvolgende restaurant. Uiteindelijk bereiken we na zonsondergang ons hotelletje in Ramechap, waar we morgenvroeg hopen te kunnen vliegen.

De vlucht naar Lukla was iets waar ik stiekem naar uitkeek. Niet alleen was de luchthaven in Lukla enkele jaren terug nog ´de gevaarlijkse luchthaven ter wereld´ door zijn ligging in de bergen en korte landingsbaan, maar de vlucht zelf beloofde een panoramisch en eerste blik op de Himalaya.

Met een iets blauwere hemel lijkt alles goed te komen vandaag. Beter nog, we wegen onze bagage en kort nadien mag een eerste deel van onze groep het vliegtuig in en zien we hen het luchtruim kiezen. ´Jullie zijn de volgende´ wordt ons gezegd. De vlucht duurt amper 20 minuten en we hopen dan ook dat het toestel snel terugkeert voor het weer omslaat. Als we een klein uur later eenzelfde toestel op de landingsbaan zien staan met een andere groep die instapt, ontstaat bij ons een kleine paniek. Zeker omdat het weer naar de middag toe minder zou worden. Onze Nepalese vrienden lopen hectisch rond en een kwartierje later zien we hen terug met nieuwe vliegtickets. Ditmaal een andere maatschappij. Was er dus toch iets verkeerd gegaan. Gelukkig mogen we kort erna door de erg minieme security check en worden we zelf wat ´stouter´ waardoor we ons verzekeren van de volgende vlucht.

Namche Bazaar: our first meters up

Na een korte lunch in Lukla was het tijd om onze eerste stappen op de Everest Base Camp trek te zetten. Ironisch genoeg zouden we vandaag meer dan 200 hoogtemeters afdalen in plaats van klimmen. Mijn persoonlijke doel was om iedere etappe zo traag mogelijk af te leggen. Zo zou ik heel wat energie kunnen conserveren en tegelijk ook beter acclimatiseren. De expeditie is immers geen sprint, maar een marathon. Onze eerste tea house bevond zich iets noordelijker dan Phakding. Een tocht van amper 7 kilometer, maar waar we toch zo´n vijf uur over deden, niet alleen omdat er onderweg meerdere checkpoints zijn waar het wel erg lang duurt. Onderweg is er dan ook heel wat te zien en slenteren we van het ene kleine dorp naar het andere. Een helderblauwe hemel maakt de prachtige groene vallei nog mooier. En alsof er nog geen kleur genoeg is, dan zien we overal nog de Tibetaanse gebedsvlaggetjes. Onze trail volgt de wildstromende rivier stroomopwaarts en leidt ons af en toe via een omweg rond een stupa met mani-stenen of over een suspension bridge. Een traject die we op dag twee richting Namche Bazaar zouden verderzetten.

Hillary Suspension Bridge

Tot de beroemde Hillary suspension bridge verliep onze trekking nog vrij vlak. Daar zou zo meteen verandering inkomen. Meteen erna begint het pad stevig te klimmen, Namche Hill, een eerste test voor iedere trekker op de trail naar Everest BC en ook voor ons. Met een bergklimmerstempo (erg traag dus) zigzaggen we ons een weg naar boven. Een beklimming die ons in ongeveer twee uur – maar zonder al te veel problemen -zou brengen bij de laatste checkpoint, op zo´n twintig minuten van Namche. Hier gaat het evenmin vlot, maar we genieten van de rust vooraleer we onze laatste meters richting Namche Bazaar inzetten. Twintig minuten later slenteren we doorheen de geplaveide smalle straatjes langs de vele winkeltjes, bars en restaurants. Onze lodge Hill Top lag zoals gevreesd helemaal bovenaan de stad. De zin in een yak burger verleidde ons tot een tussenstop bij Trek Away. Iets wat we zeker hadden verdiend.

Namche

Acclimatisation and first view on 8000 meter peaks

Namche Bazaar is een trekkersparadijs door de vele hotels en restaurants die redelijk wat comfort bieden. Door zijn ligging op 3500 meter kiezen de meeste wandelaars er dan ook voor om hier een extra rust/acclimatisatiedag in te lassen. Zo ook wij dus. Al hebben we onze planning een klim naar het Everest View Hotel staan om iets te drinken, en uiteraard een eerste zicht te krijgen op ons einddoel.

Summit of Everest in the middle with the plume. Lhotse right next to it.

Het uitzicht zou indrukwekkender worden dan gedacht. Nog voor we het hotel bereiken zien we de top van Everest al voor een eerste keer opduiken. Mijn doel, de Lhotse is nog iets beter zichtbaar. Mijn blik zou er niet meer van afwijken en het hele team was evenzeer onder de indruk van het eerste zicht op de 8000´ers.

The villages higher up

Het voordeel van de acclimatisatie zou meteen getest worden. Vanuit Namche trekken we richting enkele andere dorpjes hogerop. Onze hike vandaag begint relatief eenvoudig met enkele korte stukken op en neer zonder al te veel hoogte te winnen. Uiteindelijk dalen we zelfs af tot de hoogte van de rivier die we uiteindelijk oversteken. Wat volgt is de grootste uitdaging van de dag. Een pittige beklimming richting Tengboche. Wandelaars die niet goed geacclimatiseerd zijn hebben hier ongetwijfeld veel moeite. Gelukkig lijkt de acclimatisatie bij mij wel z´n werk te hebben gedaan en kom ik zonder vrij veel moeite boven aan. Het is inmiddels ruim in de namiddag en hoewel we nog een flink stuk moeten wandelen naar Pangboche, gelegen op 3750 meter, besluiten we eerst nog het monnikenklooster te bezoeken. Het is een van de bekendste bezienswaardigheden van de hele trek en staat niet voor niets op de UNESCO werelderfgoedlijst.

Tengboche

Heel wat wandelaars eindigen hun dag hier in Tengboche. Voor ons staat er nog een flink stuk op de planning. Het vervolg begint aangenaam zonder al te veel zware stukken. Samantha, Paul en ik wandelen dan ook op een rustig tempo verder. De rest van ons team is al voorop. Enkel de twee Ieren halen ons op een gegeven moment nog in. Het uitzicht onderweg blijft adembenemend. De Ama Dablam, ook wel eens de Matterhorn van de Himalaya genoemd, torent boven de omgeving uit en domineert het panoramisch landschap. Laat in de namiddag zien we de eerste akkers en wandelen we Pangboche binnen. Daar vergezellen we ons team in de enige bakkerij in het dorp. Als ik de kaneelkoeken zie liggen komt het water me al in de mond. Het duurt dan ook niet lang vooraleer er eentje op mijn bord voor mijn neus ligt.

De volgende dag trekken we verder naar Dingboche, maar voor we beginnen met de korte hike, gaan we nog eerst naar het klooster van Pangboche waar we onze zegening kunnen krijgen. Allereerst wordt ons gevraagd om een witte sjaal te kopen waarin we een donatie kunnen stoppen voor het klooster. Als we dan bij het klooster zelf dan nog eens om geld worden gevraagd om toegang te krijgen tot het gebedsgedeelte, hoeft het voor mij echter niet meer. Ik besluit met enkele anderen buiten te wachten tot een deel van het team de ceremonie heeft voltooid. In het Base Camp wacht ons immers nog de purja ceremonie ook.

De hike begint met een stukje neerwaarts vooraleer het geleidelijk aan hoogtemeters wint. Dingboche ligt op zo´n 4400 meter hoogte, maar nergens wordt de wandeling erg zwaar. Hoewel we nu stilaan in ijlere lucht komen gaat het vooralsnog erg vlot en lijk ik nooit problemen te hebben met de inspanning of hoogte. De rustdag / acclimatisatiedag in Dingboche zou daar nog eens extra goed aan doen.

Als acclimatisatie kiezen we ervoor om een nabijgelegen piek te beklimmen. Een belangrijke inspanning willen we goed acclimatiseren voor we Everest BC bereiken. De piek heeft een hoogte van zo´n 5000 meter. De wandeling is een uitdagende want vanaf het begin klim je omhoog. Het eindpunt zie je in de verte liggen maar lijkt niet meteen dichter te komen. Erg vind ik het niet, want met het aangename weer geniet ik van het uitzicht. Niet alleen op Dingboche beneden, maar ook Ama Dablam die nu een heel pak dichter lijkt te liggen. Ik wandel mee met Samantha die het bij momenten wat moeilijker heeft. Hoewel we op ons eigen tempo wandelen is dat nog zo traag niet. Voor het laatste klauterstuk onder de top halen we nog de twee Ieren van ons team in. Op de top zouden we de rest van het team tegenkomen die onze foto´s namen.

The last steps to Everest BC

Vanuit Dingboche trekken we verder voor de laatste dagen richting Everest BC. Nu we geacclimatiseerd zouden moeten zijn tot 4400 meter, zou de hoogte van Everest BC niet veel problemen mogen opleveren. Alhoewel. Een aantal mensen waaronder de Ier Michael heeft last van de hoogte en doet het rustiger aan. Het begin van dit deel van de trek is gelukkig vrij vlak. Dit helemaal tot in Thukla waar we ś middags lunchen. In de namiddag zouden we het wel zwaar krijgen. Niet fysiek, verrassend genoek, maar wel mentaal. We passeren de Memorial met klimmers die in de Himalaya, waaronder op Everest en Lhotse zijn verongelukt. Dat Scott Fisher en Rob Hall, bekend van de Everest´96 ramp hier een herdenkingsplaats hebben wist ik. Maar dat het hele veld bezaaid zou liggen met verschillende torentjes gebouwd uit stenen en Nepalese bidvlaggetjes kwam hard binnen. Zeker eens je alle verhalen leest, de leeftijden ziet en erbij stilstaat dat ze hun laatste weken op dezelfde manier als wij binnenkort hebben doorgebracht. Misschien liepen ze hier nog lachend voorbij…

Memorial

In Lobuche genieten we nog van een welverdiende rust vooraleer we de volgende ochtend de laatste etappe naar BC wandelen. Een aantal mensen kiezen ervoor om dit pas de volgende dag te doen. Ik begon echter te smachten naar mijn tentje die inmiddels zou klaarstaan in Everest BC. En ik voelde me erg goed. Dus waarom niet? De laatste is echter wel een lange dag en een vrij zware. Voor de eerste keer tijdens de hele trekking voelde ik vermoeidheid. Was het omdat het (tijdelijke) eindpunt in zicht was? Hoe dan ook, het terrein werd een flinks stuk rotsachtiger dan de voorbije dagen. En hoewel we op bijna 5000 meter zaten, was het nog steeds niet koud. Integendeel. In Gorak Shep, het laatste ´dorp´ voor Everest BC lunchen we nog met het team. De gebruikelijke keuzes waren Dal Bhat, Momos en pasta.

In Gorak Shep zie je bijna Everest BC liggen. Tenminste, er is een rotsachtig stuk dat het zicht belemmert. Toch zou het niet lang duren vooraleer we de eerste gele tentjes van het Everest BC zouden zien in de verte. Een gevoel van kippenvel overmant me. Ik ben er vrij zeker van dat het niet de kou is, want de zon voel ik nog stevig branden op mijn armen. Daar in de verte ligt het, denk ik bij mezelf. Mijn thuis voor de komende weken.

Everest BC at the base of Khumbu Glacier. Peak left is Everest, right is Nuptse. In the middle, my goal: Lhotse.

This is it!

Het voelt nog steeds erg onwerkelijk aan. Over enkele dagen ben ik in Nepal waar ik deelneem aan een expeditie voor mijn eerste 8000´er. Tien jaar geleden bedwong ik mijn allereerste hoge berg, de Kilimanjaro. Nooit had ik durven dromen dat ik ooit een poging zou wagen op een van de hoogste bergen ter wereld.

It still feels very unreal. In a few days I will be in Nepal where I will participate in an expedition for my first 8000’er. Ten years ago I conquered my very first high mountain, Kilimanjaro. Never would I have dreamed that I would ever attempt one of the highest mountains in the world.

Different mountain, same mindset

Toch vertoont de aanloop naar de Lhotse gelijkaardig als die naar Kilimanjaro in 2012. Toen trainde ik maanden aan een stuk hard om me zo goed mogelijk voor te bereiden voor de beklimming. Ook nu heb ik anderhalf jaar aan een stuk me voorbereid op deze zware beklimming. De laatste maanden maakten trainingen uit van mijn wekelijkse – en haast dagelijkse – routine. En om eerlijk te zijn, soms erg pittige trainingsessies.

Ik durf dan ook te stellen dat ik me fysiek en mentaal op mijn top voel om ook effectief de top van de Lhotse te halen. Al zou ik liegen als er ook niet af en toe twijfels waren of mijn ambitie niet te hoog ligt. Zo plan ik niet alleen een beklimming van de Lhotse, maar wil ik ook de gehele expeditie voltooien zonder extra zuurstof. Een uitdaging die maar zelden is voorgedaan. Een kleine gok, want klimmen in de Death Zone zonder extra zuurstof is zwaar. Erg zwaar, zo wordt verteld door wie het heeft geprobeerd.

Me in about a week or three. Lhotse can be seen in the background.

Yet the run-up to Lhotse is similar to that to Kilimanjaro in 2012. Then I trained hard for months to prepare as best as possible for the climb. Even now I have been preparing for this tough climb for a year and a half. For the past few months, workouts have been part of my weekly – and almost daily – routine. And to be honest, sometimes very spicy training sessions.

I dare to say that I feel physically and mentally at my peak to effectively reach the top of the Lhotse. Although I would be lying if there were not occasional doubts whether my ambition is not too high. I am not only planning an ascent of the Lhotse, but I also want to complete the entire expedition without extra oxygen. A challenge rarely encountered. A small gamble, because climbing the Death Zone without supplemental oxygen is tough. Very heavy, it is said by those who have tried it.

The Lhotse Expedition – my expectations

Hangt het succes van mijn expeditie af van het behalen van de top? Bij andere bergen was mijn antwoord steevast ´ja´. Bij de Lhotse probeer ik mezelf wijs te maken dat het antwoord nee is. Ik zeg wel ´probeer´ want wie me een beetje kent weet dat opgeven een term is waar ik maar vaag van heb gehoord, en dat ik een uitdaging niet schuw. Anderzijds brengt mijn ambitie om de berg te bedwingen zonder extra zuurstof meer uitdaging dan misschien wel hoeft, én is het mijn eerste keer dat ik boven de 8000 meter klim. De grote vraag blijft dus ´hoe zal mijn lichaam reageren op deze extreme hoogte?´ Enkel door de positieve ervaringen in het voorgaande expedities durf ik te hopen dat het wel degelijk kan.

Toch probeer ik de expeditie anders te bekijken. Klimmen in de Himalaya en dan nog een 8000´er is een droom die uitkomt. Een droom waarvan ik vanaf dag 1 hard van ga genieten. Genieten van ieder moment staat dan ook bovenaan mijn lijst.

Gedurende de expeditie ben ik moeilijk bereikbaar. Wie mijn nummer heeft, kan sms´en met steunberichten in de hoop dat deze toekomen. Meer success haal je wellicht met een bericht naar mijn Garmin Mini Inreach.

Does the success of my expedition depend on reaching the top? At other mountains my answer was invariably ‘yes’. At the Lhotse I try to convince myself that the answer is no. I say ‘try’ because those who know me a little know that giving up is a term I’ve only heard vaguely of, and that I’m not afraid of a challenge. On the other hand, my ambition to conquer the mountain without extra oxygen presents more of a challenge than perhaps necessary, and it is my first time climbing above 8000 meters. The big question therefore remains ‘how will my body react at this extreme altitude?’ Only because of the positive experiences in previous expeditions I dare to hope that it is indeed possible.

Still, I try to look at the expedition differently. Climbing in the Himalayas and then another 8000’er is a dream come true. A dream that I will enjoy very much from day 1. Enjoying every moment is therefore at the top of my list.

I will be difficult to reach during the expedition. Whoever has my number can text messages of support in the hope that they arrive. You may get more success with a message to my Garmin Mini Inreach.

2022 is Going to be my Year

English below

Het is bijna twee jaar geleden dat ik terugvloog uit Panama, net voor corona een echte pandemie werd. Twee jaar zonder grote avonturen op verre exotische bestemmingen. Gelukkig waren er nog enkele leuke groepsreizen om te begeleiden met Mr Yeti, maar desondanks wordt het nu stilaan tijd om nog eens echt mijn grenzen te verleggen.

En daar wordt 2022 het ideale moment voor!

Een hele tijd geleden postte ik op mijn blog al over mijn plannen om de Lhotse te beklimmen. Niet zomaar een achtduizender, maar zelfs de op drie na hoogste ter wereld. De Lhotse koos ik omdat deze voor het grootste stuk dezelfde route als Everest volgt.

De Death Zone

De Lhotse is niet alleen mijn eerste expeditie in de Himalaya, maar het wordt ook de eerste keer dat ik zal klimmen in de Death Zone, de grens van 8000 meter. Een extreme hoogte. Dat blijkt ook nog maar eens uit de docu 14 Peaks op Netflix.

Wat ik zelf vooral spannend vind is hoe mijn lichaam zal reageren op deze extreme hoogte. Zeker omdat ik de ambitie heb om de Lhotse zonder extra zuurstof te beklimmen.

Ojo del Salado, my preparation for Lhotse?

Voorbereiding in Chili?

Een Himalaya expeditie is geen makkie. Het vereist mentale en fysieke kracht, en daarbovenop een portie geluk. Stiekem speel ik dan ook met het idee om mijn kansen te vergroten door in maart een trainingsbeklimming te doen in Chili. Daar zou de Ojo del Salado wel eens een ideale voorbereiding kunnen zijn. Met 6891 meter, de tweede hoogste berg van Zuid-Amerika, na de Aconcagua die ik in 2016 al succesvol beklom.

—————————————————————————————————————————————————————–

It’s been almost two years since I flew back from Panama, just before corona became a real pandemic. Two years without major adventures in faraway exotic destinations. Fortunately there were still some nice group trips to guide with Mr Yeti, but nevertheless it is now time to really push my limits.

And 2022 will be the ideal time for that!

A long time ago I posted on my blog about my plans to climb the Lhotse. Not just any eight-thousander, but even the fourth highest in the world. I chose the Lhotse because for the most part it follows the same route as Everest.

The Death Zone

The Lhotse is not only my first expedition in the Himalayas, but it will also be the first time I will climb the Death Zone, the limit of 8000 meters. An extreme height. This is also apparent from the documentary 14 Peaks on Netflix.

What I find especially exciting is how my body will react to this extreme height. Especially because I have the ambition to climb the Lhotse without extra oxygen.

Preparation in Chile?

A Himalayan expedition is no easy feat. It requires mental and physical strength, and a portion of luck on top of that. I’m secretly toying with the idea of ​​increasing my chances by doing a training climb in Chile in March. The Ojo del Salado could be an ideal preparation there. With 6891 meters, the second highest mountain in South America, after the Aconcagua that I successfully climbed in 2016.

Herfstweer, puzzelweer

Niets heerlijker dan in dit mooie herfstweer te gaan wandelen en te genieten van de bruine, rode en oranje kleuren van de bladeren. Maar deze tijd van het jaar gaat ook vaak gepaard met druiligere regendagen. Minder plezant om te wandelen dus. Dan maar treuren aan het raam?

Nee hoor, enkele jaren geleden begon ik met een nieuwe hobby. Ik had enkele puzzels besteld online, en als reisfanaat zal het je niet verwonderen dat deze de afbeelding hadden van beroemde monumenten. Zo maakte ik in één winter een puzzel van het Colosseum en Macchu Picchu. Het jaar erop die van Petra in Jordanië.

Eigen puzzel maken

Ik kreeg afgelopen week weer zin om nog eens een puzzel te maken. Maar gezien ik ondertussen zelf over heel wat mooie reisfoto´s beschik, dacht ik er aan om mijn eigen fotopuzzel te laten drukken met een van mijn favoriete reisfoto´s.

In het verleden maakte ik al eens een leuke aluminium canvas voor op mijn appartement met Studentendrukwerk, en ik herinnerde me dat ze ook andere fotoproducten aanboden. Waaronder dus de fotopuzzel. Ik koos voor mijn foto van mijn kajakexpeditie in Spitsbergen in 2017, misschien nog steeds mijn strafste avontuur tot nog toe. Binnenkort mag ik dus een persoonlijke puzzel van 1000 stukjes verwachten.

Ook een leuk cadeau

Ben je zelf niet zo´n puzzelaar maar ken je iemand die dat wel graag doet? Een gepersonaliseerde puzzel is ook een leuk cadeau! Of het nu een fanatieke reiziger is als ikzelf of gewoon iemand waarmee je leuke momenten hebt beleefd en deze persoon deze nog eens wil laten herbeleven in de vorm van een puzzel. Je hebt de keuze uit 120, 252, 315, 500, 1000 of 1500 stukjes wat het ideaal maakt voor zowel kinderen als volwassenen. Je kan zelfs extra tekst toevoegen om het cadeau helemaal af te maken.

Zeker met de feestdagen in aantocht, kan een fotopuzzel een uniek en persoonlijk geschenk zijn voor onder de kerstboom. Welke puzzelaar kan immers zeggen dat hij een puzzel van zichzelf in de kast heeft liggen? 

en t-shirts…

Afgelopen zomer mocht ik weer heel wat groepen begeleiden en die brachten me op een idee. Zo heb ik blijkbaar een aantal vaste uitspraken die ik maak tijdens het begeleiden. Iets wat me al vaak is verteld. Wellicht laat ik dan binnenkort ook een aantal t-shirts drukken hiervan met mijn persoonlijke slogans.

Wie al met me is mee geweest op reis mag gerust suggesties doen in de commentbox 😀