Bergklimmers en getallen. Het is al altijd een geslaagd huwelijk geweest. Alpinisme mag dan een sport zijn waarin iedere klimmer een persoonlijk doel stelt, toch lopen deze vaak gelijk. Schotse klimmers willen de munro’s op hun lijst zetten. In de VS jagen ze vaak de ‘fourteeners’ als streefdoel na en de elite klimmers? Die willen de veertien 8000’ers beklimmen. Toch is er een gemeenschappelijk doel waar iedere bergsportliefhebber stiekem van droomt: de Seven Summits. Of de reden nu is dat het gaat om de hoogste berg van ieder continent of omdat iedere expeditie een onderdompeling betekent in de cultuur van een uithoek van de wereld, iedere klimmer heeft zo zijn reden.
Mendoza
Drie en een half jaar na het ontstaan van mijn droom van de Seven Summits bevind ik me in Mendoza, Argentinië. De derde grootste stad van Argentinië is vooral gekend omwille van zijn wijncultuur. Voor mij betekent het echter de uitvalbasis voor de beklimming van de Aconcagua, de hoogste berg van Zuid-Amerika en tweede hoogste berg in de lijst van de Seven Summits, na Everest. Tegelijk is het met zijn 6962 meter de hoogste piek van het westelijke en zuidelijke halfrond. Mendoza ademt misschien

De Mulas
niet zoveel het bergsportgevoel uit zoals Chamonix of Zermatt dat doen, maar het is een van de grootste outdoor capitals van de wereld. Trekking, paragliding, rafting of klimmen in het bergdecor dat luistert naar de naam Andes is een van de vele redenen waarom avonturiers naar hier trekken.
Nadat alle logistiek omtrent onze uitrusting en permits is afgerond trekken we naar Los Penitentes, waar we een laatste maal in een luxehotel verblijven die nog maar eens benadrukt wat we de komende weken zullen achterlaten.
Trekking naar Plaza de Mulas
Ons eerste doel is het Aconcagua Base Camp (4300m), beter gekend onder de naam

South Face van Aconcagua
Plaza de Mulas, bereiken. Zijn hoge ligging zorgt ervoor dat we deze pas binnen drie dagen zullen bereiken, nadat we de afstand van meer dan dertig kilometer hebben afgelegd. Een trektocht waarin we nog de luxe mogen ondervinden van de mulas, de service waarbij onze duffel bag en dus het grootste deel van het gewicht door ezels en hun eigenaars in ware koloniestijl naar base camp wordt getransporteerd. De mulas bezorgen ons dus het gemak dat we met een rugzak van slechts zeven kilo naar Confluencia trekken, een tussenkamp op 3300 meter hoogte waar we onze eerste nacht in onze tent zullen doorbrengen. Hier verblijven we twee dagen om ons voldoende te acclimatiseren. Drie tot vier uur wandelen waarbij we voor de eerste maal de reus Aconcagua aanschouwen. Langer zouden we er niet over doen vooraleer we de eerste gekleurde North Face tenten spotten.
Confluencia is een verzameling aan tenten behorend aan talloze expedities die de top van de Aconcagua als doel hebben gezet. Kleine tenten waarin we zelf slapen, maar ook grotere expeditietenten die hier een volledig klimseizoen dienst doen als keuken, voorraadkamer en eetzaal. Maar hoe zet je tientallen tenten op, op een met rotsen bezaaide vlakte waar de bodem zo hard is dat je er geen piket door krijgt geboord? Het was een vraag waar we al snel antwoord op kregen. Onze gids Mariano maakt een lus in de touwtjes van de tent vooraleer deze rond een stevig rotsblok te hangen. “Die vliegt niet meer weg.”, lacht hij. Met elf teamleden waaronder vier Canadezen, twee Amerikanen, dito Fransen en Duitsers en enkel mezelf als Belg die de groep vervolledigde weet ik dat ik de mogelijkheid heb om mijn eigen tent op te zetten. Na drie nachten in luxehotels waar ik me nooit comfortabel in voel – raar ik weet het – kan ik nu eindelijk mijn tent als slaapplaats op de berg gebruiken. Voor twee weken lang. Mijn zin naar avontuur borrelt op.
Sneeuw in het midden van de zomer op slechts 3300 meter. Het is een vreemd en ongewoon zicht, maar toch gebeurde het bij onze eerste avond in Confluencia. Het voorspelde maar weinig goeds voor onze verdere tocht naar Plaza de Mulas. Als het hier al zo koud was, wat wordt het boven dan? Op de derde dag trekken we verder naar het basiskamp van Aconcagua, een dag nadat we onze acclimatisatie hadden verbeterd door te trekken naar Plaza Francia (4000m) waar de indrukwekkende South Face van de Aconcagua ons overdonderde.
Een afspraak bij de dokter in Confluencia waar de zuurstofsaturatie en hartslag van iedere klimmer wordt getest kon het einde van je expeditie betekenen. “In perfecte conditie.”, klonk het. Het zorgde ervoor dat ik van Plaza de Mulas mijn thuis mag maken de komende dagen. Een lange eentonige hike doorheen de Horcones vallei moeten we overbruggen vooraleer we al zigzaggend heel wat hoogtemeters overwinnen. Mijn hoogtemeter scherp in de gaten houdend weet ik dat we de eerste tenten al gauw in zicht zouden krijgen. En jawel, na een vermoeiende dagtocht – iets wat me vaak overkomt tijdens de eerste dagen van een bergexpeditie – bereiken we Base Camp. Tien malen groter dan Confluencia en op het eerste zicht nauwelijks aan luxe inboetend. Plaza de Mulas wordt de komende dagen onze thuis en amper enkele seconden nadat ik mijn tent heb opgezet, voelt het al zo.
Meer foto’s van de Aconcagua expeditie vind je hier.