Ik word wakker met een barstende hoofdpijn. Zou hoogteziekte me nu toch beginnen parten spelen? Met een nacht te hebben doorgebracht op bijna 6000 meter in een tent zou het niet verwonderlijk zijn dat ik nu langzaam aan de fysieke ongemakken vanop grote hoogte zitten zou beginnen voelen. Maar ik moet nog even volhouden. Nog even doorbijten en dan sta ik op de hoogste berg van Zuid-Amerika.
Naar Camp Canada (4900m, 15 januari 2016)
Na vijf dagen in het Base Camp te zitten afwachten tot we onze beklimming verder kunnen zetten, is het zover. Even hebben we getwijfeld om een dag vroeger onze beklimming te beginnen door de positieve weersomstandigheden die voorspeld zijn de komende dagen. Gids Mariano koos er toch voor om het oorspronkelijke schema niet te veranderen, al zit de kans er in dat we op Summit day hierdoor sneeuw te verwerken zullen krijgen naar het einde van de dag toe. Maar we zitten er niet mee in. Voor het eerst hebben we een weather window, enkele dagen waarin het weer goed lijkt te zullen meevallen om de berg te bedwingen.
Mijn rugzak voelt een pak zwaarder aan dan twee dagen geleden toen we een eerste carry naar Camp Canada droegen. Ik tel in mijn hoofd wat er nu allemaal inzit wat het zo zwaar kan maken. Mijn slaapzak, slaapmatje, wat water en een lunchpakket voor onderweg, warme kleren voor hoger op de berg, medicijnen, mijn koplampje, fototoestel en zonnelader… Niets wat nu ook weer zó zwaar is. Gewoon een mindere dag denk ik nog.
Camp Nido de Condores (16 januari, 5250m)
Dat we snel heel wat hoogtemeters zullen maken de komende dagen voelen we vandaag al meteen. Na gisteren te zijn aangekomen in Camp Canada vertrekken we vandaag al weer verder naar het tweede hoogtekamp, Nido de Condores. Vrij vertaald: Condor’s nest. Al hebben we deze dieren nog niet mogen aanschouwen tijdens onze expeditie. Geen carry naar het kamp wat erop neerkomt dat we al onze gear in één keer naar het volgende kamp moeten meesleuren. Voor velen betekent dit zelf een rugzak dragen terwijl hun porter de rest draagt. Voor mij betekent het alles in de rugzak proppen. Gelukkig had ik hiermee rekening gehouden toen ik nog in Plaza de Mulas zat en had ik mezelf voorgehouden om met zo weinig mogelijk naar boven te klimmen. Een totaal gewicht van misschien 15 kg, niet meer dan wat ik gewoon ben tijdens het wandelen van een trektocht. Een groot verschil met Bjorn, ons Duitse teamlid bijvoorbeeld, die vandaag dan maar ineens 22kg naar boven moet sleuren.
Zigzaggend kropen we als een stel mieren naar boven. Zoals gewoonlijk was Bjorn opnieuw als laatste vertrokken en had hij heel wat moeite met het gewicht van zijn rugzak. Wanneer hij ons inhaalt als we op enkele rotsblokken zitten te rusten, stelt hij voor dat hij op eigen tempo verdergaat. “Om er snel vanaf te zijn.”, zo zegt hij zelf. We zien hem echter niet meer terug voor we Nido de Condores bereiken, een grote vlakte op 5250 meter hoogte. Gelukkig is het weer goed en is er weinig wind. Zo kunnen we met een gerust hart onze tent opzetten.
Carry Nido de Condores – Camp Cholera (17 januari, 5900m)
We zitten met een klein weather window, twee dagen waarop het weer wat beter zal zijn en we onze kansen op de top te halen fors zien stijgen. Het geluk zit ons mee. Zeker als we van andere klimmers de verhalen van hun gefaalde pogingen mogen aanhoren. Tenten die worden weggeblazen, bittere kou,… Niets waarvan we zelf tot nog toe iets hebben moeten ervaren. Al is bittere kou een relatief begrip. Zo loop ik nog steeds in een fleece trui rond terwijl de rest van mijn groep al sinds Plaza de Mulas met een dubbel gevoerde jas rondloopt alsof ze op de hoogste regionen van Everest zitten.
De twee dagen met goed weer vormen vandaag opnieuw een dilemma waarbij de groep in meningen verschilt. Vandaag een carry naar camp Cholera op de planning zetten of opnieuw ineens verhuizen en op safe spelen. Al betekent dit opnieuw een zware dag wat gewicht betreft. Hoewel ik enkele dagen terug nog opteerde voor een snellere beklimming en op safe te spelen qua weer, ben ik ondertussen van mening veranderd. Na een moeilijke nachtbegin ik de effecten van de hoogte (of gewoon de vermoeidheid en uitdroging) te voelen. Hevige hoofdpijn vormt een deel van mijn ochtendritueel en mijn gear in twee keer naar het laatste hoogtekamp kunnen dragen lijkt me een betere optie. Uiteindelijk denkt de merendeel van de groep, inclusief de gids, er ook zo over. Met de wetenschap dat we vanavond nogmaals op dezelfde hoogte slapen beginnen we aan de drie uur durende tocht naar boven.
Naar Camp Cholera (5900m)
Slapen op de hoogte van de top van de Kilimanjaro. En dat in mijn tent. Toen ik vier jaar geleden de hoogste top van Afrika bedwong had ik me nooit kunnen inbeelden dat ik vier jaar later op die hoogte ook nog een nacht zou doorbrengen. Stiekem keek ik er ook naar uit. De route zou dezelfde zijn als die dat we gisteren hebben afgelegd terwijl we ons klimmateriaal in Camp Cholera al zouden achterlaten. Opnieuw zigzaggen naar boven terwijl we het vorige kamp achter ons laten en steeds meer uit het zicht verliezen. Enkel het laatste stuk is ietwat technischer maar daar helpen fixed ropes ons wat om de laatste hoogtemeters te overwinnen naar het derde en laatste kamp. De naam belooft niet veel goeds en in slechte weersomstandigheden op deze plaats verblijven zou je ook wensen dat je de ziekte had in plaats van daar te zitten. Maar zover komt het niet bij ons. Hoewel mijn hoofdpijn overdag niet meer betert tel ik de dagen af naar summit day. Iets wat nu toch wel heel erg dichtbij komt. De volgende nacht zouden we immers om 5u vertrekken richting de top. Een laat uur in vergelijking met veel andere bergexpedities. ‘Zo vermijden we de ergste kou.’, zo stelt Mariano. Maar eens aangekomen op Camp Cholera wil ik nog niet denken aan wat me morgen te wachten staat. De hike heeft me volledig uitgeput en met een barstende hoofdpijn kruip ik in mijn tent, het avondmaal overslaand.