Read English version
Beeld je een gemeenschap in waar iedereen in harmonie samenleeft, waar er voor iedereen werk is en waar iedereen het goed heeft. Vandaag zouden we dit omschrijven als een Utopia, maar ooit was het leven in de Russische mijnstad Pyramiden wel degelijk zo. Dit paradijs lag echter niet binnen de landsgrenzen van de Russische Sovjet-Unie, maar in een afgelegen uithoek van de Noorse archipel Spitsbergen. Vandaag de dag is het Utopia verdwenen en is zijn bevolking vervangen door een grote kolonie zeemeeuwen. Slechts een handvol Russen proberen ter plaatse nog de droom levende te houden, maar in de realiteit is Pyramiden niets meer dan een spookstad, een verzameling aan vervlogen herinneringen en een paradijs… voor urban explorers.
De teloorgang
Ooit was Pyramiden de verwezenlijking van de Sovjetdroom. Een plaats waar iedereen gelukkig was, een samenleving zonder geld en waar niemand iets te kort kwam. Maar wat is er dan gebeurd met de gemeenschap die zo’n duizend inwoners telde, vraag je je af? Wel, van de ene dag op de andere is iedereen vertrokken naar het vasteland. Het was niet van willen, maar wel van moeten. In het begin van de jaren negentig begon de Russische economie te slabakken en de keuze om een stad ver van het vasteland te blijven financieren terwijl de mijnindustrie niet meer genoeg opbracht, was niet meer verantwoord. Als in 1996 ook nog eens een chartervlucht vanuit Moskou met mijnwerkers van Pyramiden en Barentsburg in Longyearbyen crashte, was dat de druppel voor de Russen. Uiteindelijk werd Pyramiden gesloten en verlieten de laatste inwoners de stad in 1998.
Urban exploring
Wie vandaag Pyramiden bezoekt, zal enkel nog sporen van het verleden aantreffen… en een gerenoveerd hotel, dat net als de rest van de stad eigendom is van Arktikugol. Een laatste poging om de stad geld te doen opbrengen. Niet met steenkool. Neen, dat idee is volledig opgegeven, maar wel met toerisme. Een handvol Russen gidsen de dagelijkse lading aan toeristen langs de meest bewaard gebleven gebouwen, maar zoals je wel kunt raden was dat niet helemaal ons ding. We kozen ervoor om rond acht uur in de avond aan te komen in Pyramiden na te hebben gekajakt naar de nabijgelegen gletsjer. Op die manier zouden we de toeristische groepen ontlopen, een echte verlaten stad aantreffen, en zo de sfeer van de spookstad echt ervaren.

Urban Exploring met een geweer: eens iets anders
‘Vergeet je geweer niet op veiligheid te zetten.’, herinner ik Linsay terwijl ik zelf check waar ik de flares heb gestopt. Tijdens mijn zeilexpeditie heb ik Pyramiden al bezocht, en dus leek het me erg interessant op Linsay op eigen houtje de mooiste plaatsen van de stad te laten zien. Het geweer, dat is voor de ijsberen die hier op de loer kunnen liggen. Ze houden er immers van om in de verlaten gebouwen even een dutje te doen. Tegelijk is het op Spitsbergen tevens verplicht om gewapend te zijn als je de bewoonde nederzettingen verlaat. En daar hoort Pyramiden nu eenmaal bij. Onze ambities zijn iets groter dan toen ik hier twee weken geleden ronddwaalde. Toen zag ik enkel de gebouwen aan de buitenkant. Deze keer willen we kijken of we ook ergens binnengeraken en aan urban exploring kunnen doen. De oude gebouwen bezoeken en fotograferen, zonder iets te beschadigen. Als we langs de kust de haven komen binnengewandeld is Linsay al meteen onder de indruk. Een ingestorte brug die naar het water leidden zorgt al meteen voor wat klauterwerk. Heel wat foto’s later –toegegeven, de gletsjer op de achtergrond zorgt voor een prachtige setting van de stad en zijn haven – wandelen we verder. Een gravelweg loopt van de haven naar het centrum van de mijnwerkersnederzetting maar we kiezen ervoor om via een houten platform geflankeerd door overhellende lantaarnpalen de verlaten stad te wandelen. We houden goed in de gaten welke planken er nog betrouwbaar zijn om ons gewicht te dragen terwijl we hopen een glimp op te vangen van de eigenlijke koolmijn die ergens bovenaan de gelijknamige berg ligt, maar de lage bewolking verhindert dat. Het weer is eigenlijk te waardeloos om echt goede foto’s te maken, maar samen met de verlaten en desolate sfeer die er heerst heeft het wel iets. Linsay kan haar enthousiasme moeilijk verbergen. Fotograferen op een van de meest ontoegankelijke plaatsen ter wereld, het is niet meteen een alledaagse ervaring. Het houten platform eindigt bij een geel gebouw dat nu lijkt te zijn ingepalmd door een kolonie zeemeeuwen. Hun onophoudelijke gekrijs was al van ver te horen, en de roestige toestellen van een kinderspeeltuin in de voorgrond doet de hele setting lijken op een scene uit Hitchcock’s The Birds.
Het Olympisch zwembad
Ik dubbelcheck het geweer dat ik van Linsay heb overgenomen vooraleer ik de deuropening van het zwembadgebouw op het einde van het centrum binnenwandel. Hoewel het niet zo lang geleden is dat ik hier nog rondwandelde, lijken heel wat zaken veranderd. Twee weken geleden nog hadden we geen mogelijkheid ontdekt om het gebouw binnen te treden, nu hadden we er amper vijf minuten over gedaan om een ongesloten deur te vinden. Met de zaklampapplicatie op onze smartphone verlichten we de gangen van het zwembadgebouw. ‘Ga jij maar voor.’, zegt Linsay, vrezend dat er een ijsbeer in een donkere hoek zich zou verbergen. Het gebouw blijkt groter dan gedacht maar na zo’n tien minuten verkennen vinden we het Olympische zwembad op de tweede verdieping. Zwemlijnen verdelen het zwembad netjes in drie alsof ze gisteren nog dienst deden en een metalen trap leidt naar de bodem. Enkel het water ontbreekt. Alsof iemand er de stop heeft uitgetrokken.
Eens buiten terug in het zonlicht neemt Linsay foto’s van de meest noordelijk gelegen buste van Lenin die wat verder staat. ‘Vind je het erg als ik nog wat foto’s neem van het plein vooraleer we verder exploreren?’, vraagt ze, terwijl ze haar wijsvinger losjes duwt om nog een foto te maken. Opnieuw zien we de Nordenskioldgletsjer in de verre achtergrond, terwijl de vervallen gebouwen rondom het plein een grimmige sfeer uitstralen. Negentien keer driekwart jaar sneeuw en vriestemperaturen afgewisseld door drie maanden dooi heeft duidelijk zijn sporen nagelaten.
We slagen er in om nog een aantal gebouwen met badfaciliteiten binnen te treden, maar de meeste zijn ontoegankelijk. ‘Misschien dat gebouw nog?’, wijst Linsay. We hebben geen idee wat de functie van het gebouw was, maar ook hier vonden we al snel een ongesloten deur. Via enkele donkere gangetjes en openstaande afhangende deuren komen we terecht in een grote zaal waar het zonlicht komt binnengevallen. Een reusachtig mozaïek waarop besneeuwde bergtoppen, ijsberen en ijsschotsen staan afgebeeld domineert de zaal. Een toonbank met lege eetbakken verraadt dat het om de kantine gaat, de plaats waar iedere inwoner van Pyramiden gezamenlijk at.
Beiden waren we verrast als we naar het uur keken. Het was inmiddels al een tijdje middernacht gepasseerd. Het is verbazingwekkend hoe snel je de tijd vergeet als je rondwandelt in Pyramiden. Maar andersom, is het tegelijk verbazingwekkend hoe de tijd de stad heeft vergeten.
Zelf op avontuur? Plan jouw expeditie met deze reisgids!
Pingback: Zeilen naar het Noorden: een poolreis in de voetstappen van Amundsen | Dagboek van een avonturier
Pingback: 78 graden noord: een kajakexpeditie op de Noordpool | Dagboek van een avonturier
Pingback: Hoe we een ontmoeting met de ijsbeer overleefden | Dagboek van een avonturier
Pingback: Mijmeren over Avontuur | An Adventurers Journal