‘Hi, I’m Phyo and I’ll be your guide for the next three days.’ Een kleine jonge man met een bol gezicht en een rieten hoed op zijn hoofd komt naast me staan. Zijn brede glimlach typeert zijn gezicht. Net als bij de meeste Birmezen trouwens. Het levert hem meteen punten op bij zijn groep als hij al de eerste grapjes begint boven te halen. ‘What’s that on your shirt?’, wijst hij naar mijn t-shirt waarna hij zijn vinger omhoog tegen mijn neus duwt zodra ik naar beneden kijk. De toon is gezet en ook ik heb het gevoel er een goede vriend aan over te houden.
Het typeert de vriendelijkheid en gastvrijheid van de Burmese bevolking. Diezelfde gastvrijheid zullen we de komende drie dagen mogen meemaken tijdens onze driedaagse trektocht van Kalaw naar Inle Lake als we langs verschillende dorpen passeren waar traditionele stammen nog steeds hun tradities in ere houden. Iedereen die naar Kalaw reist, heeft maar een doel: een trektocht maken richting Inle Lake. Wie hier ook maar even in de drukke straten ronddwaalt kan er dan ook niet naast kijken. Overal worden tochten aangeboden door trekkingsorganisaties. Linsay en ikzelf kozen ervoor om met een kleine groep de tocht af te leggen, uit vrees dat het anders te druk zou worden. We zouden al snel leren dat dit nog steeds veel drukker is, dan wat we vaak gewoon zijn als we reizen. De eerste twee dagen zijn er nog verschillende routes maar op dag drie wandelen alle organisaties op dezelfde paden de laatste kilometers naar het meer.
Geen tent, geen slaapzak en geen kookgerei. We hadden deze keer dan ook genoeg met een kleine rugzak om de komende drie dagen te overbruggen. ‘Dit zijn de enige schoenen die ik mee heb op reis.’, zei een Duitse jonge backpacker terwijl hij wees naar zijn kraaknette schoenen. ‘Ik wil dat ze de trektocht overleven.’ Het geniepige lachje die op het gezicht van Phyo verscheen verraadde dat de kans op propere schoenen wel erg klein was. ‘Follow me.’, zei hij vol enthousiasme terwijl hij met zijn armen zwaaide.
Slapen boven de waterbuffels
Eens uit de drukke straten van Kalaw bevinden we ons al erg snel tussen de rijstvelden. Modderige paden (een goed begin voor onze Duitse backpacker) leiden tot aan de rand van een rijstveld waar een lokale boer bezig is met zijn gewassen. Het zou geen ongewoon zicht zijn de komende dagen. De kronkelige paden leiden ons de eerste uren door een dicht bos en na zo’n 21 kilometer stappen komen we aan bij onze eerste slaapplaats voor de avond. Een rieten huis bestaande uit twee verdiepingen waarbij we zelf boven de waterbuffels slapen. ‘Waar slaapt de familie die hier woont dan?’, vraag ik Phyo. ‘Die slapen nu gewoon elders omdat jullie er zijn.’, antwoordt hij. De vele toeristen die deze trekking doen, zijn een belangrijke bron van inkomsten voor de lokale bevolking langs de trail. Ondanks het feit dat we eigenlijk peanuts (omgerekend 45$) betalen voor drie dagen inclusief gids, eten en overnachtingen.
Careful, slippery!
In totaal leggen we zo’n 61 kilometer af in drie dagen, een afstand die goed te doen is voor ervaren trekkers, al denken onze groepsgenoten daar anders over. Ondanks de vele pauzes die we nemen, waar we telkens thee en koekjes krijgen voorgeschoteld, is een klaagzang bij sommigen een echte must. Het gebrek aan deftige wandelschoenen en het regenweer die we rond de middag van de twee de dag krijgen te verduren, doet daar geen goed aan. Integendeel, heel wat slippartijen zorgen voor een wel erg modderige outfit, maar als we onze Duitse hiker met zijn sandalen dertig centimeter in de chocoladestroom zien verdwijnen, kunnen we een lach toch niet onderdrukken. ‘Careful, slippery!, waarschuwt Phyo voor de zoveelste keer met een lachje, waarbij hij amper kan verbergen dat hij geniet van de onhandige manoeuvres van onze groep. Hoe vaak enkele jonge reizigers ook mogen vloeken als ze voor de zoveelste keer een verkeerde stap zetten, uitglijden of zelfs een spinnenweb in hun gezicht krijgen, even vaak genieten ze van de prachtige groene heuvels van het berglandschap.

Het leven langs de spoorlijn
Treinsporen
Gelukkig kunnen we voor het laatste stuk de glibberige trail even inruilen voor de spoorweg. Deze lijn van Thazi naar Nyaung Shwe nabij Inle Lake werd indertijd aangelegd door de Britten en wordt tot op vandaag gebruikt door een wel erg langzame trein die we enkele dagen later zouden terugnemen richting Thazi. Net door het trage tempo van de trein heeft de lokale bevolking er geen problemen mee om dicht bij de spoorweg te wonen. De treinreizigers zijn immers hun doelgroep voor het verkopen van hun etenswaren. Eens bij onze slaapplaats aangekomen, vinden we opnieuw een authentieke slaapplaats terug. Een houten vloer waar een bamboemat op ligt en een wel erg dunne matras.
Inle Lake
Een koude douche (lees: ton met water) in het dorp heeft ons deugd gedaan en gelukkig blijven we de laatste dag gespaard van meer regenweer. Niet veel later betalen we 10 dollar admission fee voor het Inle Lake gebied. Al gauw wandelen via een dirt road tussen het struikachtige gewas met in de achtergrond onze bestemming: Inle Lake. De voorbije drie dagen hebben we het authentieke leven in Myanmar kunnen ervaren (met alle ongemakken van dien), maar daar komt hier een eind aan. Inle Lake is wellicht het meest toeristische gebied van Myanmar, vooral vanwege de tot de verbeelding sprekende Inthavissers.
Zonder twijfel zorgde onze gids Phyo er op zijn eentje voor dat de Kalaw naar Inle Lake trekking het hoogtepunt van onze reis werd. Wil je dezelfde trektocht doen met hem als gids (aanrader!), dan kun je dit boeken via zijn website.