Op eigen kracht een grote afstand peddelen over de beroemde Schotse lochs, wildkamperen op de oever en vooral: voor vijf dagen helemaal alleen zijn met de omliggende Highlands. De 95 kilometer lange kanotocht van Fort William naar Inverness lijkt de definitie van een ultiem avontuur in Schotland.
Dit was het deel van onze rondreis doorheen de UK waar ik het meest naar had uitgekeken. Desondanks had ik Linsay voortdurend moeten geruststellen dat we dit avontuur wel zouden aankunnen. Na het wandelen van de West Highland Way, leek solo een afstand van 95 kilometer afpeddelen met een kano over de beroemde Schotse lochs een ideale volgende uitdaging. Het was eens iets anders dan een kajaktochtje op de Ourthe in de Ardennen.
Great Glen Canoe Trail
De Great Glen is een gebied in Schotland dat met de Ben Nevis, Loch Ness en het Urquhart Castle op de oevers ervan, enkele van Schotland’s meest indrukwekkende bezienswaardigheden verbergt in de Highlands. Vandaag wordt de Great Glen vooral te voet, per fiets, per boot en dus ook met de kano of kajak verkend. Met meren als Loch Lochy, Loch Oich en het wereldberoemde Loch Ness die op een rechte lijn liggen, leek de aanleg van het Caledonian kanaal dat de meren verbindt en zo een shortcut biedt voor boten die van de Noordzee naar de Atlantische oceaan willen varen, een logische stap. Het is pas sinds een tiental jaar dat deze waterweg ook recreatief wordt gebruikt door peddelaars die er op die manier voor hebben gezorgd dat deze bijna honderd kilometer lange van kust tot kust peddelroute nu bekend staat als Schotland’s eerste officiële kanotrail.

Great Glen Canoe Trail
“Hebben jullie ervaring met kanovaren?”, vroeg John, de man die ons kano’s zou verhuren ons. We knikten, al wisten we dat als we vertelden dat we nog nooit met een kano hadden gevaren dat hij ons een dure gids zou aansmeren. “En hebben jullie ooit al op het Caledonian kanaal gevaren?” “Nee, het is de eerste keer.”, zeiden we. “Maar in België hebben we nog gekajakt.” Ik probeerde te verdoezelen dat dat dan ook onze enige ervaring was met peddelen. De Great Glen Canoe trail mag dan voor een gedeelte bestaan uit aangelegde en makkelijk peddelbare stukjes kanaal, het grootste stuk daarentegen leg je af over de verschillende Schotse lochs. Stukken die worden gezien als ‘open water’, wat door de grootte van de meren vergelijkbaar is met kanovaren op de zee. Gevaarlijke stromingen en golven inclusiefen dus de kanotocht een uitdagend kantje geeft.
Portages
We worden gedropt aan het Neptune’sStaircase, niet het echte begin maar wel het meeste gebruikte omwille van de vele sluizen in de beginnende kilometers.Hier laden we onze kano in met onze volledige uitrusting. Twee rugzakken, onze tent, een reservepeddel, een trolley en twee waterdichte vaten waarin onze slaapzakken en een proviand aan eten zit. Stiekem hadden we gehoopt dat de groep kajakkers waarmee we het busje hadden gedeeld voor ons zouden vertrekken. Kwestie van onze onervarenheid niet meteen tentoon te stellen. Maar zonder keuze ontwarden we het touw dat aan de meerpaal hing en duwden we ons met behulp van de peddel af van de aanlegsteiger.
Vijf dagen. Deze tijdspanne hadden we ingeschat om succesvol Inverness, de hoofdstad van de Schotse Highlands, dat bijna honderd kilometer verderop lag, te bereiken. Een tijdspanne die ons aanvankelijk ruim leek ware het niet dat het Schotse regenweer ons geregeld aan de kant zou kunnen houden en dat we de omstandigheden van peddelen op een meer met de omvang van Loch Ness nog moeilijk konden inschatten. Met wat zoeken-naar-de-juiste- cadans-gezigzag over het kanaal bereikten we Gairlochy, een eerste sluis dat meteen het begin van Loch Lochy markeerde. Tijdens onze kanotrip zouden we meerdere sluizen passeren. Het betekende een vooropgestelde routine van aanmeren bij een pontoon, kano uitladen, kano uit het water halen en op de trolley plaatsen, een afstand te voet afleggen vooraleer de kano terug in het water te droppen en opnieuw onze uitrusting in te laden en vast te maken. Een karwei die heel wat tijd in beslag neemt en waar heel wat onervaren kanovaarders het moeilijk mee hebben. Vreemd genoeg en tegen onze eigen verwachting in, verliep onze eerste portage relatief vlot.
“Blijf altijd langs de oever en wissel nooit halfweg een meer van kant”. Het was een tip die we vaak op het internet hadden zien langskomen en die we herhaaldelijk hadden gehoord van onze kanoverhuurder. Dat dat bij het eerste meer meteen betekende dat we een serieuze omweg rond een inham moesten maken deed ons die wijze raad even vergeten. Onze foute inschatting om in een rechte lijn de inham over te slaan betekende een gevecht tegen de stroming en ons bijna doen kapseizende golven. De vermoeidheid van de inspanning en het opkomende slechte weer dwongen ons terug op vaste grond waar we onze tent dan maar ineens opzetten.
Loch Ness
Tot op vandaag duikt nog – steeds wazig – beeldmateriaal op waarop Nessie te zien zou zijn, zij het door zijn kop of staart net boven het wateroppervlak uit te steken. De mythe van het monster dat in het Loch Ness huist is zonder twijfel de voornaamste reden waarom dit tientallen kilometers lange meer tot op vandaag zoveel toeristen aantrekt. Toch is Nessie niet de reden waarom peddelaars het lang uitgestrekte meer als een echte uitdaging beschouwen. Een kapseizende kano als gevolg van een lange groene staart die ons een duwtje geeft is dan ook geen realistisch scenario. Een kapseizend vaartuig als gevolg van een metershoge golf is dat wel. Na twee dagen peddelen, aangekomen in Fort Augustus, hadden we reeds twee meren overgestoken. Twee meren die noch qua oppervlakte, noch qua lengte konden tippen aan het meest beroemde Schotse meer. Loch Ness oversteken, betekende 37 kilometer peddelen op een hevig woelend wateroppervlak . “Golven tot twee meter hoog.”, had John ons voorspeld bij slecht weer. “Niet mis als je kano maar een halve meter boven het water uitsteekt.” Gelukkig zagen de weersvoorspellingen er een pak beter uit. Met een waterdichte ton gevuld met pasta en flessen frisdrank peddelen we gezapig onze eerste meters op het tot aan de horizon reikende meer. In tegenstelling tot de voorgaande lochsvind je hier heel wat plezierbootjes wiens gezelschap we makkelijk opmerken door de door hun gecreëerde golven die ons in de zij raken.

Peddelen op ‘open water’
Wildkamperen
Langs de zuidelijke oever van Loch Ness zijn maar heel weinig rustmogelijkheden. Bij de weinige plaatsen waar we onze kano op het land konden slepen profiteerden we er dan ook van om onze benen even te strekken. Waar we vannacht zouden slapen hadden we vooraf al beslist: Foyers Trailblazers Rest, een plaats waar wildkamperen toegestaan is en er zelfs een aantal voorzieningen zijn. Een composttoilet, vlakke plaatsen om je tent te plaatsen, kampvuurmogelijkheden en een kanorek. Deze plaatsen vind je langs de volledige Great Glen Canoe Trail, op de oevers van de verschillende meren die je oversteekt. Bij registratie voor de trail, die je voor aanvang online indient, krijg je de mogelijkheid een sleutel te kopen die toegang geeft tot alle faciliteiten onderweg. Toiletten, maar soms ook warme douches, die je even doen vergeten dat je eigenlijk in de outdoors zit. Hoewel de wildkampeerplaatsen zelf iets primitiever zijn, met enkel een stuk grond om je tent op te zetten, een vuurplaats en een composttoilet, hoef je dan ook op geen enkel moment je survival skills boven te halen. Over het algemeen wordt het aangeraden om in de late namiddag reeds een plaatsje te veroveren, gezien de limiet die er is vastgesteld bij de wild camping spots. Zo heb je nog de tijd om verder te peddelen mochten deze volzet zijn. Vroeg in het seizoen als we waren, hadden we dit probleem niet. Beter nog. Met een wild camping spot voor ons alleen leek het even alsof we echt heel ver van de bewoonde wereld waren.

Trailblazer rest
Fysiek inspanning
Vanaf het moment dat we Urquhart Castle voorbij vaarden was onze blik gericht op de versmalling van het meer dat het einde van Loch Ness betekende. Niet veel verder zouden we het Bona Lighthouse spotten, een vuurtoren dat officieel op het uiterste punt van het lang uitgestrekte meer stond. “Mijn armen wegen als lood.”, pufte Linsay , haar armen schuddend om de vermoeidheid eruit te krijgen. Ik kon haar enkel maar gelijk geven. We hadden reeds vier dagen peddelen achter de rug waarbij Loch Ness oversteken fysiek veruit het zwaarste stuk was. Dat de wind niet volledig mee had gezeten, had daar veel mee te maken. Het verbaasde me dat ondanks onze beperkte ervaring in het kanovaren we nu pas echt zware tekenen van vermoeidheid voelden. Met nog slechts acht kilometer te peddelen op de vijfde dag, zat onze kanotocht er zo goed als op. Vier dagen geleden begonnen we in Banavie aan wat we hadden verwacht dat het één van de UK’s grootste avonturen zou worden. Een avontuur die vaardigheid vergde, kracht, doorzettingsvermogen en – vooral – gezond verstand op het water. Is de Great Glen Canoe trail geworden wat we ervan verwacht hadden? Ja, de kanotocht loste onze verwachtingen in van een ultiem avontuur. We kunnen zelfs stellen dat we betere peddelaars zijn geworden de afgelopen vier dagen. Het kanovaren op de Schotse meren heeft ons veel energie gekost en op de vijfde dag snakten we dan ook naar het einde. Maarja, het is dan ook eens iets anders geweest dan kajakken op de Ourthe.
Pingback: Hoe bespaar je tijdens het reizen? | An Adventurers Journal
Pingback: Mijmeren over Avontuur | An Adventurers Journal
Pingback: Bucketlist – Paddle the Scottish lochs | An Adventurers Journal