De Dodentocht van Bornem
Door middel van het aangaan van uitdagingen in aanloop naar de beklimming van de Kilimanjaro en onze blog die we nauwgezet bijhielden probeerden we zoveel mogelijk mensen te bereiken, die op hun beurt een donatie konden schenken. Voor de eerste keer in mijn leven stond ik aan de start van grote loopwedstrijden, wandeltochten en slaagde ik erin mijn trainingen volhardend vol te houden.
Tijdens onze wandeltrainingen kregen we ook vaak de steun van vrienden die wel eens meewandelden als ze de kans hadden. Al was het vertrouwen in het slagen van ons hoofddoel, de Kilimanjaro, niet altijd even groot.
‘Twintig kilometers wandelen en loopwedstrijden van vijftien kilometer zijn allemaal goed en wel, maar ik denk niet dat het volstaat om met die korte trainingen de Kilimanjaro te beklimmen.’, begint een vriendin. ‘Ik denk zelfs dat jullie de Dodentocht in Bornem nooit zouden aankunnen.’
Zonder echt te weten wat de Dodentocht inhield, stem ik enigszins geïrriteerd door het gebrek aan vertrouwen in ons kunnen, in om de uitdaging aan te gaan. Uiteindelijk wachtten we de Dodentocht die plaatsvindt begin augustus zelfs niet af en nemen we deel aan een vergelijkbare wandeltocht die al in juni doorging, amper drie maanden na onze eerste wandeltraining. Met slechts een 42 en een 50 kilometer lange wandeltocht als ervaring begonnen we tijdens de Nacht van West-Vlaanderen aan de 100 kilometer. Iets wat we vierentwintig uur later nadat we de eindmeet hadden gehaald zouden omschrijven als “het zwaarste dat we ooit hebben gedaan” en “één keer en nooit meer”. Ondanks het feit dat ik vond dat die enkele keer honderd kilometer wandelen volstond, schreef ik me drie weken later alsnog in voor de Dodentocht die in augustus plaatsvindt, een goeie maand voor de beklimming van de Kilimanjaro. Ook al had ik een klein trauma opgelopen aan de fysieke inspanning die we hadden moeten leveren tijdens de Nacht van West-Vlaanderen, ik vond dat ik de Dodentocht toch nog moest doen. Niet alleen had ik me vooraf voorgenomen ze allebei uit te wandelen, maar ik zou het als een opgave zien als ik niet aan de Dodentocht begon enkel omdat honderd kilometer wandelen in vierentwintig uur zwaar is. Ruben dacht daar deze keer anders over en paste voor de Dodentocht. Zo stond ik deze keer alleen aan de start van 100 kilometer wandelen en kon ik me concentreren op de nieuwe uitdaging, waar ik de vorige keer zo had van afgezien. Alles verliep beter dan de vorige keer. Ook al zag ik opnieuw enorm af en moest ik de laatste dertig kilometer weeral dieper gaan dan ooit tevoren, ik finishte in een tijd van twintig uur en vijfentwintig minuten. Dat was zo’n drie uur beter dan tijdens de Nacht van West-Vlaanderen. Ik kon vol vertrouwen aan de Kilimanjaro beginnen. Het enige wat me nog kon dwarsbomen om de top te halen, dacht ik, was de hoogteziekte. Iets waar we ons helaas niet echt op konden voorbereiden.
De laatste maand
De laatste maand naar aanvang van de klim deden we het rustiger aan. We maakten van de tijd gebruik om ons praktisch goed voor te bereiden op de beklimming van Afrika’s hoogste berg, iets wat een volledig nieuwe ervaring zou worden voor ons. Inmiddels hadden we al een hele uitrustingslijst opgesteld van alle materiaal en kledij die we zouden nodig hebben in Afrika. Het feit dat we voor de eerste keer een berg zouden gaan beklimmen zorgde ervoor dat de postbode meermaals met een pakket aan de deur stond die een deel van onze uitrusting bevatte die we online bestelden. Thermisch ondergoed, fleece truien, winddichte broek en jas, balaclava, een hoofdlamp… Het zijn maar enkele van de vele kledingstukken die we ons nog hadden aangeschaft om de vriestemperaturen op vijfduizend meter hoogte aan te kunnen. Vriestemperaturen in Afrika… het klinkt vreemd, maar het feit dat we ’s nachts aan onze summit bid moesten beginnen zorgde ervoor dat we met temperaturen tot -15 graden Celsius konden geconfronteerd worden.
De laatste weken hadden we ons ook bezig gehouden met het contacteren van kranten die over ons avontuur wilden berichten en het zoeken naar bedrijven die ons per hoogtemeter wilden sponsoren ten voordele van onze Kilimanjaro Charity Climb. Deze laatste werd een opdracht die een pak moeilijker bleek dan verwacht. Als het om geld gaat dan helpt zelfs de zin “het is voor een goed doel” niet altijd. Waar er enkelen enthousiast werden als ze ons idee hoorden, zo veel te meer waren er bedrijven die “we zijn niet geïnteresseerd” of “dit past niet in ons budget” als antwoord gaven. Het werd een opgave waar we meer dan eens moedeloos van werden.
De beslissing om de Kilimanjaro te beklimmen heeft mijn leven veranderd. Toen we in Afrika aankwamen vond ik het hoog tijd dat we eindelijk aan ons avontuur konden beginnen. Ik had er mezelf de laatste maanden meermaals op betrapt dat ik de woorden ‘Kilimanjaro’ en ‘bergbeklimmen in Google intikte. De Kilimanjaro had mijn leven gedomineerd. Nog voor ik hem in levenden lijve had kunnen aanschouwen. Al gauw kwam ik telkens dezelfde websites tegen. Toch bleef ik ze maar lezen om zeker te zijn dat ik niets belangrijks had gemist. Overal waar ik was, kwam ik de berg tegen. Ik moest maar even voor de televisie zitten en wat zappen of daar was hij al. Opnieuw een docuserie over de Kilimanjaro. Opnieuw een groep mensen die als uitdaging een berg willen beklimmen. Waarom zag ik dat enkel toen? Vroeger was ik nog nooit een dergelijk programma tegengekomen. Zelfs wanneer ik de krant opensloeg schrok ik niet meer als ik een artikel tegenkwam over het bergbeklimmen. Maar toen we in het vliegtuig stapten viel een druk van me af. Ik kon me niet meer suf zoeken naar verschillende manieren om me zo optimaal mogelijk voor te bereiden.